Toen ik begon met eenvoudiger leven, had ik geen vastomlijnd plan, maar wilde ik vooral
Minder van Alles. Mijn dag en taken werden gedicteerd door het ritme van mijn kinderen, de verplichting van mijn werk, het werk van de echtgenoot en huishoudelijke en sociale bezigheden. Ik was vooral bezig met het ritme van anderen en had geen aansluiting meer met mijn eigen ritme.
Ritme
Dus ging ik op zoek naar wat mijn eigen ritme was. Zoals ik al zei had ik geen vastomlijnd plan, maar het opruimen en dingen weglaten was een goed begin. Vervolgens ging de zoektocht verder. Ik onderzocht waar ik naar verlangde en wat me daarin tegenhield. Ik verdiepte me in het ritme van de maan. Hield mijn slaappatroon bij. Ik ging het ritme van de seizoenen volgen. Hoe kon ik daar van leren? Ik ging mijn menstruatiecyclus nauwkeuriger bijhouden en zag vervolgens patronen in mijn gemoedstoestand. Ik zag steeds duidelijker hoe alles in mijn lijf zich in een bepaalde volgorde voltrok.
Mijn
fascinatie voor ritme was eigenlijk al eerder begonnen met de geboorte van onze dochters. Ik was simpelweg geboeid door hoe pasgeboren kinderen, op de aarde zonder besef van tijd - ze kunnen immers nog geen klok kijken - toch min of meer vanzelf het dag- en nachtritme aannamen. Ik vond het over het algemeen ook vrij makkelijk om het ritme in opgroeien van de kinderen te volgen. Het was zo heerlijk basaal, zo basic. Van leren eten, tot leren kruipen, tot leren kennen van het eigen lichaam door het vastpakken van de handjes. Dat alles in een bepaalde volgorde ontwikkelde fascineerde me en het maakte dat ik mijn eigen ritme (of het gebrek daaraan) ook duidelijker voelde.
In die tijd las ik veel over ritme en tijdsbeleving.
O.a. ritme van Marli Huijer, waar uitgebreid ingegaan wordt op ons interne ritme. Wat leek me dat heerlijk om helemaal mijn eigen ritme te kunnen volgen! Daar fantaseerde ik graag over. Ik stelde mezelf de vraag: wat zou ik doen als ik inderdaad thuis was en ‘vrij’ om mijn dag in te delen? Onwillekeurig vroeg ik me af of ik het nog daadwerkelijk zou
kunnen; doen wat uit mezelf komt. Ergens geduldig aan werken, zonder onderbrekingen. Of zou ik inmiddels zo geprogrammeerd zijn dat ik alleen maar wat doe omdat het nodig is of omdat een ander dat vraagt i.p.v. dat het uit eigen wil en uit eigen interesse komt? Zouden de dagen voorbij glijden met goeie voornemens en intenties, maar zou er in de praktijk niks uit mijn handen komen? Omdat het morgen ook nog kan? Of omdat er niemand op zit te wachten? Zouden mijn dagen rommelig en ongeorganiseerd worden?
--> Interessant leesvoer is over het
circadiaan ritme. Dit is het biologisch ritme dat ook wel slaap-waakritme genoemd wordt.
Routine
Al snel realiseerde ik me dat een mens
aan alleen het interne ritme niet genoeg heeft. De mens heeft een vorm van houvast nodig. Een kader waarin we doen wat we moeten doen. Het is niet voor niks dat er zo veel belangstelling is voor de ideale huishoudroutine. Al generaties lang en wereldwijd.
Routines geven houvast. Als je elke dag wakker wordt en je moet bedenken wat je ook al weer moest doen; opstaan, plassen, ontbijten, tanden poetsen etc. Dan zouden we
kapot zijn aan het eind van elke dag. Je moet nu eenmaal bepaalde routines hebben.
Handelingen die je doet zonder dat je er bij na denkt. Routines die simpelweg gedaan moeten worden. Jas aan de kapstok, was in de wasmand. Sleutels op dezelfde plaats. Wc schoonmaken. Deuren op slot draaien. Huisdieren te eten geven. Iedereen die deze routines niet heeft, weet hoeveel werk hij/zij zichzelf bezorgd.
•
In het boek Ritme beschrijft Marli Huijer de routines van monniken. Zij hadden tot op de 5 minuten een planning voor de dag. Niet alleen taken werden ingepland, maar ook vrije tijd.
•
Ik las een aantal boeken over Nederlandse vrouwen die als dienstmeisje in de huishouding werkten. Ook deze dagen en weken vulden zich met een strakke routine. Alles had een volgorde. Elke dag had zijn vaste terugkerende bezigheden. Velen van hen die op deze tijd terugkijken kunnen nog opsommen wat er op welke dag van de week gegeten werd.
Maar wat zorgt er nou voor dat je je ook houdt aan die routines? Elke dag FlyLady, elke dag wandelen in de buitenlucht, flossen, mediteren, diëten. En wanneer worden ritme en routine een stramien waar we vervolgens weer los van willen komen?
Als we in vrijheid onze dag mogen invullen en ons eigen ritme mogen volgen, wie zegt ons dan nog dat we die routines moeten volhouden? Vervallen we tot ledigheid en ijdel tijdverdrijf?.
Discipline
Gaandeweg merkte ik dat er meer voor nodig is dan het innerlijke ritme of een routine om te leven in vrijheid. Namelijk discipline. Wat klinkt dat lekker tegenstrijdig.
Vrijheid en discipline. Discipline is een woord waar we verre van willen blijven. Het staat voor ‘drillen’, ‘in het gareel houden’, voor ‘het onderwerpen van de wil’. Het staat voor autoriteiten die vóór jou bepalen. En da wille we nie.
Ook ik bleef uit de buurt van discipline. Mijn dag was al zoveel gevuld met plicht en taak dat ik juist naarstig op zoek was naar mijn vrijheden. Die vrijheden zocht en vond ik o.a. in besparen. Door me niet meer aan te laten praten dat ik iets nodig had, kreeg ik meer regie en dus meer vrijheid. Ik had geen lokkertje van 10% nodig om mijn mailadres te geven voor een nieuwsbrief, hoefde geen spaarkaart of een verzekering voor mijn fiets. Heel veel andere dingen had ik ook niet nodig.
Het was daarom best raar om te merken dat ik het nut inzag van discipline om daadwerkelijk mijn ritme te volgen en me vrijer te voelen. Dat schrijfster Marli Huijer na het boek Ritme een boek uitbracht over Discipline is ook niet geheel toevallig, zo denk ik.
Disciplinering is niet alleen nuttig voor de samenleving (het nut van het naleven van collectieve regels), maar ook voor onszelf. Wil je een gevoel van vrijheid ervaren, dan moet je jezelf beperken, inhouden. Je moet
jezelf zodanig trainen dat je je aan je eigen normen en leefregels houdt. Dat je jezelf niet laat gaan. Jezelf inhoudt, een bepaalde strengheid naar jezelf hebt. Of het nu gaat om besparen, op tijd naar bed gaan, om te flossen, tijd voor jezelf te nemen, om toch zelf eten te koken ook al ligt de verleiding van afhaal op de loer, om geen implusaankopen meer te doen, belastingaangifte doen, lastige telefoontjes plegen, op tijd stoppen met werken, of om werk te doen wat je eigenlijk niet leuk vindt. Het helpt daarbij om een positieve grondhouding te ontwikkelen, waardoor je je de verplichtingen met meer gemak kunt doen.
Ritme of routine of discipline?
Is het ene nu beter dan het andere? Volgens mij is het niet zo dat een van de drie de enige juiste is. Ik denk dat je
alle drie nodig hebt voor een goede balans. Als je teveel in de discipline gaat zitten dan raak je teveel verwijderd van het verlangen. Daarvoor heb je weer het innerlijk ritme nodig. Als je teveel routines hebt om de dingen gedaan te krijgen die je gedaan wilt hebben, dan raak je je vrijheid kwijt. Ook daarvoor heb je je ritme nodig om te herijken welke routines nog echt wezenlijk zijn voor jou. Vervolgens heb je wel de discipline nodig om jezelf ertoe te zetten om dat stapje terug te nemen en te luisteren naar wat je ook al weer van binnen wilde.
Van iedereen die ik gesproken heb over eenvoudig leven en van alles wat ik gelezen heb van anderen die eenvoudiger zijn gaan leven, was dat omdat ze een gevoel hadden dat ‘het anders moest’. Zoals het was werkte het niet meer. Soms heb je wel een goed beeld van hoe je wél wilt leven, maar vaak genoeg is dat beeld nog niet zo helder. Ga aan de slag met het kweken van wat discipline (maak elke week een boodschappenbriefje en doe dat met een glimlach – ook al heb je er een hekel aan), ontwikkel een routine (FlyLady is mijn nieuwe best friend) en ga op zoek naar jouw ritme (verdiep je eens in jaarfeesten). Misschien is het leven dat je voor ogen hebt alleen een zwak vlammetje.
Werk gestaag naar dat vlammetje toe. Ga op onderzoek uit wat er voor dat vlammetje nodig is om te blijven branden.
Warme groet
Anita