Trok je ook je wenkbrauwen op toen je bovenstaande titel las? Rolde je met je ogen? Dacht je 'moet dat nou?'
Als dat zo is, dan ben je niet de enige. Ik dacht hetzelfde toen ik een informerend mailtje van mijn bank voorbij zag komen, want het advies van banken nemen we sinds de crisis niet meer serieus, nietwaar?
Maar, zoals dat gaat, het had me toch aan het denken gezet - want financiële opvoeding vind ik Best Belangrijk - en zo gebeurde het dat zakgeld voor kleuters ook in dit huishouden werd ingevoerd. Elke zaterdag krijgen Gemma en Ellie twee euro (achteraf gezien aan de hoge kant, maar dat terzijde).
Geen bedenkingen meer
Inmiddels vind ik het ideaal! Ik ben al mijn bedenkingen kwijt. Het is niet alleen leerzaam voor de kinderen; ze leren de verschillende muntsoorten (veel muntjes is niet méér geld dan één euromuntstuk :-)), ze leren getallen, wisselgeld, wat de waarde van iets is, wat sparen is, wat uitstellen is, wat blut zijn is.
Daarnaast is het ook leerzaam voor mezelf.
Wat een verademing is het om in winkels/ijskramen/kermis/vrijmarkten/rommelmarkten het gebedel te doen verstommen door te zeggen dat ze het van hun zakgeld moeten kopen. Zo hoef ik niet aldoor nee te zeggen, wat ik eerlijk gezegd best wel eens moeilijk vind, want ze vragen héél veel waar ik nee op moet zeggen.
Ook bij winkels met veel verleidingen - zoals de Actionio -, waarbij ík het soms al moeilijk vind om nee tegen mezelf te zeggen, werkt het zakgeld als een rem.
Zij kiezen iets uit wat ze kunnen betalen, ik ga niet overstag om iets duurders te kopen en ze accepteren het zonder morren wanneer iets boven hun budget is of wanneer ze hun beurs vergeten zijn.
|
het geld laten slingeren is geen goed idee - mama ruimt het op en geeft het de volgende week gewoon opnieuw ;-) |
Terugdringen van het aantal krijg-momenten
Er zijn heel veel krijg-momenten in het leven van kinderen. Bij de bakker, de supermarkt, restaurant, zelfs gratis spullen bij de kringloop of op de vrijmarkt. Krijg-momenten van opa en oma, ooms en tantes, neefjes en nichtjes, Sinterklaas, Kerstman en wij als ouders willen ze ook wel eens wat geven. Al dat krijgen leidt tot heel veel spullen.
Aan het krijgen van spullen zitten veel meer aspecten dan alleen het materiële bezit. Ik vind het belangrijk dat ze dankbaar blijven voor wat ze krijgen, ongeacht of het een prul is of een waardevol cadeau en ondanks dat sommige krijg-momenten commercieel ingegeven zijn.
Ik vind het belangrijk dat ze de emotionele waarde herkennen van spullen die al langer in de familie zijn en waar liefdevol en zorgzaam door hun voorgangers mee is gespeeld. Ik vind het belangrijk dat ze zuinig omspringen met hun spullen, ook al hebben ze meer van hetzelfde (dit onderdeel is de grootste uitdaging).
Kinderen ontwikkelen zich zó snel, vooral als ze klein zijn. Daardoor volgen de verschillende soorten speelgoed elkaar snel op. Ze moeten kunnen spelen met iets wat bij hun leeftijd past en hen uitdaagt om nieuwe vaardigheden aan te spreken. Ze moeten niet blijven hangen in speelgoed dat ze ontgroeid zijn. Alleen maakt dat de toestroom van spullen wel groot.
Af en toe rijst bij mij de vraag of ze niet teveel hebben. Na verloop van tijd verwordt al dat speelgoed tot een ongesorteerde brij, zonder samenhang en het is onuitnodigend. Ik probeerde bij mezelf te onderzoeken wàt ik er het vervelendste aan vond. De hoeveelheid? Te vaak overstag gegaan om een aardigheidje te geven? Het feit dat door al die gratis (winkel)dingen die ze krijgen toegestopt er voor mij geen geef-moment overblijft? Dat ìk het gros van de spullen moet opruimen?
Uiteindelijk vind ik het meest vervelende dat het niet meer overzichtelijk is. Niets is compleet, alles ligt door elkaar. Knuffels die in barbiekleertjes zijn gepropt, Paasornamenten die nu onderdeel uitmaken van de inrichting van het playmobilhuis, kralen en pinda's in de potten en pannen. Compleet anders dan hoe ik als kind speelde in ieder geval.
Schone lei
De school begint weer en dan is het fijn om met een schone lei te beginnen. Ik ging aan het opruimen op zolder. Eerst mijn geëxplodeerde naaihoek. Al gauw sloot Gemma zich bij mij aan en zij stelde voor om ook de speelhoek(en) op te ruimen en op de voorzolder de washoek ('dan doen we daar even de stofzuiger door..').
Ik verwonderde me weer eens over mijn meisje. Hoe mijn eigen kind mij kan stimuleren (door haar ging ik het kastje-per-dag project doen; kijk voor de logjes onder het label hiernaast) en hoe het zelf aangeeft dat het tijd is voor orde in de chaos. Ze was bereid spullen weg te gooien en ze overzag wat er moest gebeuren.
Net zoals ze bepaald speelgoed ontgroeien, groeien ze blijkbaar ook in een fase waarin ze leren afscheid te nemen van spullen. Een nieuwe fase in de ontwikkeling. Van bijtring naar blokkendozen. Van driewieler naar loopfiets, van little people naar barbie, van teletubbies naar Mega Mindy. Speelgoed moet bij hun leeftijd blijven passen en dat geven ze heel goed zelf aan. Net zoals ze zelf aangeven wanneer het opgeruimd of weggegooid kan worden.
Onbedoeld heeft dit stukje een andere wending gekregen. Toch heeft het met elkaar te maken, want met de invoering van zakgeld kan ik het aantal krijg-moment terugdringen en heb ik het mezelf als ouder weer iets makkelijker gemaakt en blijf ik tòch trouw aan mijn opvattingen.