De tijd vlied voorbij



Tijd is een wonderlijk iets

Op sommige dagen is het 11.00 en dan heb je al een was gedraaid, telefoontjes gepleegd, mail afgehandeld, boodschappenlijst gemaakt, beddengoed verschoond, gras gemaaid, een cake gebakken en ondertussen een of meerdere kinderen beziggehouden. Op zulke dagen zit de flow er helemaal in.

Andere dagen is het 18.00 u en dan schuif je de mand met nog te vouwen wasgoed maar weer opzij. Legt de stapels papier maar weer op de andere stapels papieren, bedenkt ‘o ja alwéér het toilet niet schoongemaakt’, gooit liefdeloos wat pasta en groente in een pan omdat je vergeten was de kip te ontdooien en te grillen, schrijft de punten die je had willen doen bij op het lijstje van morgen, om tot slot ’s avonds moedeloos in je niet verschoonde bed te gaan liggen. Op zulke dagen wil er niks uit je handen komen en ben je druk bezig geweest met niks.

De timer zetten

Een paar jaar geleden ben ik begonnen om voor allerlei huishoudelijke klussen de timer te zetten. In het begin deed ik dat om mezelf te motiveren een taak aan te pakken. Immers, als je jezelf een afgepaste hoeveelheid tijd geeft, dan is het te overzien. Niemand kan beweren dat ‘ie geen 15 minuten kan vrijmaken op een dag. Het was om mezelf in beweging te krijgen en te houden.
Al snel kreeg ik meer inzicht in hoeveel tijd een klus daadwerkelijk kost. Dat maakt het plannen van taken ook realistischer. Als je denkt een uur bezig te zijn met je hele huis stofzuigen en dweilen, maar in de praktijk duurt dit 1,5 uur dan loop je altijd achter te feiten aan. Een realistische planning helpt om niet gedemotiveerd te raken.

Vaak ook bleek een klus best mee te vallen. Iets waar ik erg tegenop zag of waarvan ik dacht dat het veel tijd kostte, bleek makkelijk binnen een kwartier te doen. Maar ik ontdekte ook dat ik de tijd nogal eens te rooskleurig inschat. 😇 Vooral als er een beroep wordt gedaan op mijn hulp. Ik denk dan: ach dat doe ik ‘even’ of ‘kleine moeite, groot plezier’.  Dit kun je optimistisch noemen en ik vind het ook zeker een mooie eigenschap, maar de balans tussen anderen helpen en zorgen voor mezelf was vaak zoek.
Want in de praktijk kost die ‘kleine moeite’ me soms een halve dag. Even helpen op  school of op het werk. Iets organiseren of informatie uitzoeken voor een ander. Kortom: ik gaf teveel van mijzelf weg. Ik heb geleerd hier beter mee om te gaan. Zo beloof ik veel minder aan anderen. En als er in een groep waarvan ik deel uitmaak gevraagd wordt naar hulp, dan ben ik niet meer de eerste die toezegt.

Tijd is geld

Met de waarde van tijd kun je twee kanten op rekenen. Door boodschappen te doen bij verschillende winkels voor de goedkoopste producten ben je goedkoper uit. De tijd die je daar in steekt moet je niet gaan rekenen, want dan is de besparing weg. Ik heb talloze inspanningen gedaan om geld uit te sparen. Overbodige spullen opgepoetst en verkocht. Stad en land afgereisd voor de beste deal. Gratis eten gezocht in de natuur. Af en toe was ik vast obsessief te noemen. Daar zat ook een kern van waarheid in, want ik deed het met een doel: namelijk uiteindelijk meer financiele armslag krijgen en een duurzamer leven te leiden. Met minder ‘moetens’.
Maar de weegschaal kan ook de andere kant op slaan, dat de inspanningen die je je getroost het niet meer waard zijn voor wat het je oplevert. Zo besteed ik tegenwoordig nog maar heel weinig tijd aan verkoop van overtollige spullen. Ik heb de besparing al aan het begin gemaakt door een weloverwogen aankoop te doen voor een redelijke prijs.

Uitstelgedrag

De eerste reden voor uitstelgedrag is omdat je er geen zin in hebt. Maar er gaat vaak meer schuil achter uitstelgedrag. Als mijn lijst met to-do’s te lang wordt, word ik moedeloos, krijg het gevoel dat ik nergens aan toekom en word ik steeds trager. Er moet teveel. En dan raak ik mijn vrijheid kwijt. 
In de aard hou ik van orde en netheid, maar ik merk dat mensen daardoor ook makkelijk een beroep op mij doen, want ik heb mijn zaakjes voor elkaar. (Dat is dus niet altijd zo). Ik herinner me een collega die in mijn kast keek en de post-its, schrijfblok, nietmachine in het gelid zag staan op de plank en zei ‘he, kijk dit is de voorraadkast’. En een andere collega die te beroerd was om naar het magazijn te lopen vond dat ik maar mijn tweede schrijfblok aan haar moest geven, want ik had er toch twee. Terwijl ik het ene schrijfblok had voor conceptteksten en de andere voor uitgewerkte aantekeningen. Het gemak waarmee mensen mee willen liften op de orde van een ander….het legt op mij verantwoordelijkheden terwijl ik zelf juist die orde en netheid wil houden om vrijheid voor mezelf te creëren. Niet om nog meer ruimte te maken voor een ander. Want iets in mij wil heel graag de boel de boel laten.

Maar hoe kom je daar nu aan voorbij? 

Het onderscheid zit ‘m in of iets je weinig moeite kost of meer moeite. Ik heb de neiging om teveel voorrang te geven aan de behoeftes van een ander.
Telkens laat ik een ander voorgaan en uiteindelijk kost behulpzaam zijn mij steeds meer moeite. Het effect is dat ik heel onzeker wordt over wat ik doe. En dat heeft een versterkende werking, want dan ga ik alleen maar meer behulpzaam zijn ‘ach, dat doe ik wel’ uit een soort bewijsdrang of schuldgevoel.
Terwijl als ik een stukje schrijf ik er vrijwel nooit onzeker over ben. Maar er zelf wel heel veel voldoening uit haal.
Een ander helpen is iets wat ik van nature graag doe, een ander op weg helpen geeft mij enorm veel voldoening, het kost me in het algemeen weinig moeite, maar je kunt het ook teveel doen.
Ik denk als het teveel gaat voelen dat je er zelf bij inschiet, of dat nu in tijd of in geld is, dan lever je teveel van jezelf in. Je offert je als het ware op.

Onderzoek of je de dingen die je doet nog om de goeie redenen doet. Doe je ze omdat je vindt van jezelf dat het moet of omdat je druk voelt vanuit de omgeving. De omgeving kan gezin zijn, ouders, collega’s, tijdschriften, reclame, vriendenkring. Vul eens 'willen' in, daar waar je 'moeten' zegt en kijk wat er met je gebeurt.

Over tijd gesproken

Het is echt al veel te lang geleden dat ik een stukje hier geschreven heb. Ik had er geen tijd voor, een cliche maar waar. Maar oh, wat heb ik het gemist! Want ik verpieter als er geen ruimte is voor mij om te schrijven. Schrijven is voor mij mentale knopen ontwarren.

Life, if well lived,
is long enough.
Seneca

Warme groet,
Anita

7