Zelf maken: ovenschotel met groene bladgroente



Deze aflevering van Zelf maken is een beetje een vreemde eend in de bijt. Want deze rubriek gaat vooral over producten waarvan je gewend bent om ze kant-en-klaar te kopen om deze zelf te leren maken. Een recept voor een ovenschotel lijkt daar niet echt bij te horen; het zou beter passen in een reguliere receptenrubriek.

Toch wil ik jullie dit gerecht niet onthouden. Deze schotel is namelijk niet alleen economisch en veelzijdig (je kunt er allerlei groene bladgroenten in verwerken – net wat het aanbod is), maar ook omdat je bij dit gerecht eiwit overhoudt die je vervolgens weer kunt gebruiken bij het maken van granola. Zo hoef je minder eten weg te gooien.

Schotel voor 3-4 personen:

Hoe maak je de ovenschotel met groene bladgroente

- ca. 500gr aardappelen
- ca. 750gr verse spinazie of 3/4 pak diepvries spinazieblokjes OF andere bladgroenten (zie helemaal onderaan voor de alternatieven)
- spekblokjes
- paar laurierblaadjes - optioneel
- 2dl room
- 50gr roomboter
- 1 eierdooier
- peper en zout
- nootmuskaat
- 50gr geraspte kaas
- 2 eetlepels paneermeel of verkruimelde beschuit
- 3 eetlepels olijfolie

Bereiding:

Schil de aardappelen en kook ze in een bodem water met een snufje zout. Als je wilt kun je de laurierblaadjes erbij doen. Deze blaadjes geven extra smaak aan je aardappelpuree. Vóór het pureren haal je de blaadjes er weer uit. Ik spoel ze af, laat ze drogen en gebruik ze een tweede keer.
Pureer de aardappelen, voeg de room toe en de eierdooier. Kijk hoe smeuiig je puree is. Als het te droog is doe je er boter bij.
Het eiwit hou je dus over. Dit kun je heel goed invriezen! Later kun je het ontdooien en gebruiken bij het maken van granola.

Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat.
Als je verse bladgroente hebt zoals spinazie of andijvie, was het dan goed af, zodat er geen zand achterblijft, want dat knarst zo tussen je tanden. Ik doe gewassen bladgroente altijd even in de slacentrifuge om het overtollige water er af te slaan.

Doe olie (olijfolie of arachideolie) in een wok en wok kort je bladgroente. Meng het vervolgens door de aardappelpuree.

Bak de spekblokjes in een droge koekenpan knapperig. Meng de gebakken spekblokjes door de aardappelpuree.

Vet een ovenschaal in met olie en verdeel het aardappelpureemengsel over de schaal.

Strooi er paneermeel over of verkruimel twee beschuiten (onderkanten tegen elkaar wrijven totdat er bijna niks van over is. Restjes tussen de vingers verkruimelen). Eventueel kun je er wat klontjes boter over verdelen.
Strooi er tot slot geraspte kaas overheen.

Schuif de ovenschaal in het midden van je voorverwarmde oven op 180 graden. Na 10 minuten is de kaas gegratineerd en je schotel klaar.

Dit recept komt oorspronkelijk van het blog Boerderij Zinin. Er verschijnen geen nieuwe berichten meer, maar het staat nog wel online. In het oorspronkelijke recept zitten geen spekblokjes, maar ik vond het zonder een beetje een vlakke smaak hebben. Ik hou zelf heel erg van de zoute smaak van spekblokjes, dus ik doe het er altijd wel door. Als je vlees weg wilt laten zou je mosterd kunnen toevoegen om er een pittige smaak aan te geven.

Andere groene bladgroenten die je hierin kunt verwerken:
Andijvie
Postelein
Snijbiet
Slasoorten met stug blad
Je kunt ook het onkruid zevenblad hierin verwerken. Zevenblad laat zich ook goed smaken als pesto of op een zevenbladpizza.

Eet smakelijk.

Warme groet
Anita

4

Meer leven met de seizoenen





Toen ik net begon met anders, eenvoudiger, leven vond ik de kreet ‘leven met de seizoenen’ nogal abstract. Ik was op zoek naar mijn eigen ritme, wilde niet het keurslijf van de klok en plicht en taak, dat voelde als tegen de stroom inzwemmen. Maar hoe kon ik het leven met de seizoenen nu gaan vormgeven? Ja leuk en aardig, die seizoensfeesten, maar het verandert niks aan je gevoel als je dat gaat vieren op de gezette tijden die al zijn voorgekauwd. Die seizoensfeesten krijgen pas betekenis als je het ritme waarop ze ontstaan zijn gaat voelen en ervaren. Ook leuk en aardig, om meer volgens de seizoenen te gaan eten, maar hoe geef je dat handen en voeten?

Toch, je moet ergens beginnen. Eigenlijk begint het al met het verlangen, een wens. Als het verlangen er is, is er al een voorzichtige kiem die naar boven wil komen. Dus misschien heb je al iets ervaren, voel je een bepaalde onrust, een gevoel dat het anders moet kunnen? Het gevoel dat ik niet mijn eigen ritme leefde, was op zichzelf al een vingerwijzing. Dat is het begin geweest.

Dit waren mijn ontdekkingen :

Ritme van de dag

Het eerste waar ik naar keek was hoe ik mij voelde gedurende de dag. Op welk moment was ik het meest alert, het meest productief, op welke momenten had ik honger, op welke momenten voelde ik mij moe. Op welke momenten was ik het meest sociaal en op welke het minst. Zelfs wanneer je dagindeling wordt gedicteerd door jonge kinderen waarvoor gezorgd moet worden, door werk buitenshuis die bepaalde tijdstippen voorschrijft, ook dan kun je kleine ontdekkingen doen. Je ziet misschien verschillen tussen hoe je je gedraagt in het weekend of op vrije dagen. Het is niet altijd mogelijk om er iets aan te veranderen op korte termijn of misschien wel nooit, maar het geeft je meer begrip van jezelf. En misschien ga je jezelf iets minder vaak in een ritme duwen dat helemaal niet bij je past.

Ritme van het jaar

De dagen van het jaar rijgen zich al snel aaneen en voor je het weet is er weer een jaar voorbij. Heb je verschillen gemerkt gedurende het jaar? Hoe ziet jouw dagindeling er uit als je vakantie hebt? Werk je daar naartoe of ga je vrije tijd uit de weg? Ga je vrije tijd van te voren al invullen of laat je het helemaal open? Sta je het hele jaar door op dezelfde tijd op, of zit er verschil tussen zomertijd en wintertijd? Ontbijt je het hele jaar door met hetzelfde ontbijt of wissel je dat af al naar gelang de temperaturen? Vroeger at ik alle dagen brood. ’s Morgens brood, ’s middags brood en ’s avonds vaak pasta (wat eigenlijk ook brood is). Nu varieer ik: in de winterperiode ontbijten met boekweitpap en warme rijstmelk. In de zomerperiode met yoghurt en granola.

Ritme van de seizoenen

Het ritme van de seizoenen is het beste te ervaren in de natuur. Een tip die ik ooit las was om een natuurgebied te zoeken waar je je helemaal thuis voelt. Een plek die je als prettig ervaart en waar je graag komt. Als het even kan, zo dicht mogelijk bij huis, maar niet iedereen woont in die omstandigheden. Ik kan dichtbij huis wel wandelen, maar het zijn niet echt gebieden waar ik een grote klik mee hebt. Sinds kort heb ik een natuurgebied gevonden waar ik mij helemaal op mijn plek voel. Er is oud bos, maar ook nieuwer gebied en diverse paden en graslanden. Ik moet er wel met de auto naartoe, maar het is ook niet de wereld uit. Een concessie waar ik mee kan leven. Maar ook als je niet in de buurt van een natuurgebied woont kun je de verschillen in de seizoenen ontdekken. Let op de eenden in het plantsoen; herken je de verschillen? Die ene met die manke poot; herken je ‘m? Die boom waar bij de laatste storm een tak is afgebroken; hoe gaat het met die boom? De struiken; kies er eentje uit en let er op bij elke wisseling van seizoen. Wanneer krijgt de struik blad, wanneer valt het blad af, komen er bessen aan? Komen er bloesems in? En merk je bij al die wisselingen van je omgeving ook een verandering in jezelf?

De makkelijkste manier om te leren wat seizoensgroenten zijn, is om in de supermarkt te letten op welke groenten in de aanbieding zijn en welke ruim voorradig zijn. Dat zijn de groenten van het seizoen. Wat heel interessant is, is om bij jezelf na te gaan hoe je daar mee omgaat. Ga je de winkel in met het idee dat je zin hebt in een bepaalde groente of laat je je keus afhangen van wat er het goedkoopst is. Eigenlijk bieden de groenten van het seizoen precies wat je nodig hebt in dat jaargetijde. Het geeft je daardoor ook een hele andere blik op wat gezond is. Ja, avocado’s en mango’s zijn gezond, maar is het echt nodig om ze het hele jaar door te eten?

Ritme van het leven

Een van de meest troostende en geruststellende ontdekkingen vond ik dat het leven niet lineair is, maar in terugkerende cycli komt. Al op jonge leeftijd wordt ons gevraagd wat we willen worden, wat we willen doen, waar we heen willen. Dat zorgt voor het idee dat er altijd iets in het verschiet moet liggen. Er is altijd een nieuw doel waar naartoe gewerkt moet worden. Altijd een bocht waarachter iets te vinden moet zijn, altijd een berg waarachter een prachtig dal te vinden moet zijn. Maar wanneer eindigt die weg? En bereik je ooit je doel? En wat als je je doel gevonden hebt? Ben je dan klaar met je weg? En is dat doel De Dood? Of keren er gebeurtenissen terug tijdens je leven? De wereld zoals het nu is, is heel erg doelgericht. Tegenstrijdig genoeg, kan dat heel erg leeg en doelloos voelen. Hoeveel mooier is het om je niet steeds af te vragen wat jij van het leven wilt, maar je af te vragen wat het leven van jou wil.

De seizoenen kun je ook herkennen in je eigen levensloop. Het jeugdige van de lente, de hoogtijdagen van de zomer, de nadagen in de herfst en het sterven in de winter. We worden door tijdschriften ingeprent dat we volop moeten leven, reclames zijn er op gericht dat we jong moeten blijven (of in ieder geval jong moeten ogen). Maar hoe verlossend kan het zijn om eens te kunnen zeggen: die tijd is geweest. Nu ga ik oogsten wat ik gezaaid heb. Verplichtingen los kunnen laten, zorgen los kunnen laten, begrip kunnen hebben voor de jonge generatie, zonder op hetzelfde niveau te willen functioneren; hoe bevrijdend is dat?

Zo zijn er talloze kleine manieren om meer in een natuurlijk ritme te leven. Zodra je er iets van ervaart, gaat je opvallen hoe alles in cycli loopt, hoe alles met alles verbonden is. Het geeft je rust, een gevoel van innerlijke vrede. En dat maakt je veerkrachtiger, je kunt meegaan op de stroom van het leven, in plaats van geforceerd roeien op een koers die je vastgesteld hebt.


Warme groet
Anita



Bewaren op Pinterest om te delen of later nog een keer te lezen. 

==================================================================

In 2012 begon in mijn leven te vereenvoudigen door het opruimen van mijn huis. 


Mijn belevenissen over opruimen en minimaliseren, over eenvoudiger leven ben ik bij gaan houden op dit blog. Hier lees je mijn terugblik. Omdat ik het een enorm leerzaam proces vond - en nog steeds vind - ben ik blijven bloggen en vertellen over hoe je op een praktische manier meer richting aan je leven kunt geven en veerkrachtiger wordt en een groter gevoel van zingeving krijgt. 


Wil je op de hoogte blijven, meld je dan aan voor mijn maandelijkse nieuwsbrief. Elke maand deel ik mijn gedachtes, meditaties of tips die passen bij het seizoen. 


12

Zelf maken: griesmeelpudding



Ouderwetse griesmeelpudding. Ik geloof niet dat ik er als kind zo dol op was. Maar ik had een pak griesmeel in huis om griesmeelkoekjes te maken - die overigens niet voor herhaling vatbaar waren - en dochter zag dat je er pudding mee kon maken. Dat leek haar wel wat en zodoende gingen we aan de slag in deze zomervakantie.

De pudding was ontzettend goed gelukt! Verbazingwekkend goed gelukt, maar ik had er dan ook geen hoge verwachtingen van, maar de smaak van de citroen was heerlijk fris en de gries was heel subtiel. Niet zoals ik me herinner van de pudding van mijn moeder, waarin de gries grover was. Dat kan met het merk te maken hebben. Ik had het huismerk van de AH, omdat dat het enige was wat beschikbaar was in de winkel.

Wat is griesmeel?

Griesmeel kan gemaakt worden van bijvoorbeeld tarwe, spelt, rijst of maïs. In Nederland gebruiken we meestal tarwe. De korrels worden niet fijngemalen, zoals je bijvoorbeeld doet om broodmeel te maken. Voor griesmeel worden de korrels grof gemalen.

Gruus
In de Middeleeuwen bestond er al een woord voor grofgemalen: gruus. Denk maar eens aan gruis (verbrokkelde stenen) of iets aan gruzelementen slaan. De naam voor grofgemalen graan is later gries(meel) geworden. Bron: Willem Wever.

Voor herhaling vatbaar.

Deze griesmeelpudding is beslist voor herhaling vatbaar. Zo'n pudding is een mooie basis voor een feestelijk toetje. Je houdt zelf in de hand hoeveel suiker je erbij doet en je bepaalt zelf de kwaliteit van de griesmeel, omdat je voor deze pudding alleen met basisproducten werkt. Bij de kringloop kun je vast mooie vormen vinden voor elke gelegenheid. Versieren met vers fruit of een (vruchten)saus. Wij maakten er chocoladesaus bij, maar andere soorten kunnen ook. Niet duur, maar je zet wel iets moois op tafel.

De pudding kwam ook nog eens goed uit de vorm, waar ik me wel een beetje zorgen om maakte. Dochter wilde namelijk de grote baktulband gebruiken en daarin komt de pudding niet tot de rand. Ik vreesde dat de pudding zou breken, maar hij kwam er heel uit.



Hoe maak je griesmeelpudding: 

Nodig:
1 (biologische) citroen (biologisch, want dan zitten er geen bestrijdingsmiddelen op en je gebruikt de schil)
1 liter volle melk
100 gr. griesmeel
snufje zout
70 gr. suiker

Was 1 (biologische)citroen. Schil er het gele deel van de schil af. Doe de schil bij 1 liter melk en breng het in een pan op matig vuur langzaam aan de kook, maar laat het niet overkoken.

Strooi er al roerend geleidelijk 100 gram griesmeel en een snufje zout door. Laat de griesmeelpap al roerend in ca. 5 minuten op een laag vuur tegen de kook aan, gaar en dik worden.

Haal de citroenschil er uit en haal de pan van het vuur. Roer de 70 gram suiker er door.

Spoel een puddingvorm van ca. 1,5 liter water om met koud water. Het koude water zorgt er voor dat de pudding later makkelijker uit de vorm glijdt. Giet de hete dikke griesmeelpap in de vorm.

Laat de pudding afkoelen. Ik liet 'm eerst even buiten de koelkast afkoelen, daarna zette ik 'm in de koelkast. Minstens 3 uur nodig om op te stijven.








Serveren: 

Spoel een platte schaal/bord af met koud water. Plaats de schaal/het bord op de kop op de vorm. Daarna draai je bord en vorm in zijn geheel om. Als het goed is glijdt de pudding uit de vorm. Mocht dit niet het geval zijn, dan draai je bord en vorm weer terug en snij je met een scherp mes langs de rand van de pudding. Dan doorbreek je het vacuüm effect. Nogmaals omkeren. Doordat je het bord nat gemaakt hebt, kun je de pudding nog een beetje - schuddend- verschuiven als je wilt dat de pudding mooi in het midden komt te liggen.

Eet smakelijk!
9

De tuin en ik

Bedankt voor jullie reacties op mijn vraag waar ik de komende tijd over moet gaan schrijven. Ik was erg benieuwd hoe mijn vraag zou vallen. Was het wel of niet de goeie keus om het zo te doen, vroeg een vertwijfeld stemmetje in mijn achterhoofd? Al snel was ik gerustgesteld, dat kan ik voelen in mijn lijf. Jullie reacties zette bij mij weer iets in beweging. Soms benoemden jullie iets wat bij mij alleen nog sluimerde en nog niet in woorden was omgezet.

De tuin werd een paar keer genoemd, dus daar begin ik mee.  Zo vroeg Es me hoe ik de tuin beleefde. En precies bij dat laatste woord werd er bij mij iets geraakt. Een gevoelige snaar.

Even de geschiedenis van onze tuin in het kort: toen we hier in 2006 kwamen wonen was de tuin aangelegd. Dat was fijn, want dan hoefden wij het niet meer te doen. Door de jaren heen hebben wij dingen veranderd, maar de lay-out is min of meer gelijk gebleven. De vijver is dichtgegooid en er kwam gras op, wat later weer moestuin werd. Het houten pad is vervangen door klinkers. Een schutting geplaatst langs de verlaagde vlonder – tegen inkijk en insluipers. Planten zijn doodgegaan, er zijn nieuwe planten gepoot, plantenbakken verplaatst, borders aangepast. Steeds met zo weinig mogelijk geld.

Ik vond laatst een foto van onze tuin zoals deze in het begin was. Genomen in 2007. Ik kon me niet eens meer herinneren dat deze er ooit zo heeft uitgezien. Groen, met mooi bijgehouden bloemenborders. Bijna weelderig. De foto is het bewijs, maar ik kan me niet herinneren dat ik het in het moment destijds ook zo ervaren heb. Misschien eventjes, omdat ik er een foto van maakte tenslotte. Die gedachte, dat ik er niet van genoten heb toen het er was, daar voel ik me niet prettig bij. Iets van spijt wat er bij komt kijken. In het algemeen denk ik alleen maar aan het werk wat nog gedaan moét worden, niet aan wat er al is.

Foto genomen vanaf het huis. De beukenboom is nog klein. 

De vijver is er nog. Het gele klinkerpad ligt er al. Daar lagen eerst houten planken. Altijd goed voor een glijpartij...


Op het verlaagde vlonder hebben we één keer een zomers terras gehad. Daarna werd het opslag voor bloempotten e.d.


De vijver is dicht. Rechts nog een mooie border. En het was blijkbaar weer zo'n dag om de was buiten te hangen. 



Als ik naar de tuin nu kijk, dan is er helemaal niets meer van over van die tuin van toen. Sterker nog, er ik zelfs niks meer over van de tuin van vórig jaar. Ik kan er niks aan doen, maar dat is heel confronterend. Het is alsof de tuin me ergens op wil wijzen en dat voelt niet prettig. Dat ik ondanks alle uren die ik er door de jaren heen aan besteed heb, er niks van de grond is gekomen, niks tot bloei is gekomen. Om even in de spirituele tuin-termen te blijven. Er komt een gevoel van falen en een moegestreden gevoel bij kijken. Waar heb ik het allemaal voor gedaan?


Ik noem het een minimalistische tuin. Vroeger was ik erg gehecht aan mijn planten, maar alles wat ik nog mooi vond is doodgegaan afgelopen winter en wat ik niet mooi meer vond heb ik er uit gehaald. Er is bar-weinig meer over. 


Dat is meteen het antwoord op de vraag hoe ik mijn tuin beleef: vrij spiritueel. Toen we het huis bekeken in 2006 vond ik het huis mooi, maar de tuin vond ik het allermooist, die overtuigde mij meteen. Al met al word ik momenteel nogal somber van de tuin.

Wat zijn de plannen?
Ik zou het zo kunnen laten als het is en kijken wat de natuur uit zichzelf doet, maar ondanks het moegestreden gevoel, blijven er visioenen komen over weelderige en rijk gevulde borders. Met veel bloeiende bloemen en eetbare planten. Dus zal ik toch weer aan de bak moeten.
Plan A was om achter op de tuin een groot tuinhuis te plaatsen, inclusief riolering en elektra, waar ik eventueel een eigen praktijk in kan beginnen. Maar dat plan heb ik laten varen, wegens teveel stress en te hoge kosten. Wel hebben we inmiddels de tuin op gelijk niveau – verlaagde vlonder is weg – en een beschoeiing langs de gehele achterkant. Vinex aan Zee noemen we onze grote zandbak :-).

Een tuin professioneel aan laten leggen is veel te duur, dus hebben de man en ik zelf een tekening gemaakt. Onze ideeën waren nagenoeg gelijk, alleen zijn idee had allemaal rechte lijnen en ik had er rondingen in gemaakt. Met hulp van mijn altijd vaardige en bloedfanatieke vader moet het ons zelf wel lukken om de tuin aan te leggen. In plaats van een tuinhuis zal het waarschijnlijk een prieel worden, zo’n eigentijds ding met een loungehoek en een houtkachel, zoiets.
Ik ben alleen nog niet overtuigd dat het deze keer zin gaat hebben.

Lieve groet,
Anita








14

Het leven op de camping




We gingen een paar nachten kamperen. Zoals ik al schreef – of eigenlijk niet schreef – gaan we deze zomer niet op vakantie. Wegens allerlei redenen; we zijn in mei al naar Italië geweest, er was werk te doen aan de tuin met bijbehorende kosten, de echtgenoot heeft op zijn werk een grote klus waarvan hij geen vrij kan nemen en tussendoor hebben we ook de nodige (on)kosten gehad.

Overigens ben ik er helemaal niet rouwig om, dat we geen vakantie in het vooruitzicht hebben. Nu hoefde ik namelijk helemaal niks voor te bereiden en niks te plannen. En vervelen hoef ik me niet, want er is genoeg te doen. Toen de echtgenoot en ik nog met z’n tweeën waren keek ik meer uit naar een vakantie, maar ik merk dat met kinderen het huishouden al genoeg vertier geeft. Voor mij in ieder geval wel. Dan is een vakantie alleen maar extra werk waar ik niet op zit te wachten.

Toch gingen we nog een paar nachtjes met de tent weg. Dat we die tent twee of drie jaar geleden kochten vind ik nog steeds een goed idee! Het maakt ons wat flexibeler in onze keuzes. De echtgenoot kon onverwacht een week vrij nemen – dat krijg je als er deadlines voor een project worden verschoven – en we pakten de boel in voor een korte rit naar camping Bensersiel aan de Noord Duitse kust. Vier nachten was het plan, maar het werden er uiteindelijk drie, vanwege het slechte weer dat voorspeld werd. En de kampeerder wil als het even kan de tent droog opbergen ;-).
Oooo zo heerlijk overzichtelijk voor mij om maar voor vier dagen in te pakken! Een stuk relaxter dan wanneer ik voor twee week moet.


Ik kocht bij de kringloop een mooie pannenset voor 3 euro. Er zat geen handgreep meer bij en geen riem, maar die kocht ik er later nieuw bij. 


Het huishouden in het klein. 

We hadden met onszelf en de kinderen afgesproken dat we niet van de camping af zouden gaan. Het doel van deze vakantie was tenslotte niet om de omgeving te verkennen, het plan was om het dagelijkse te doen en vertier te zoeken in strand, spel, dutjes en lezen. Even in een parallelle wereld van tijd stappen. Waarbij alles doorgaat, maar je toch net anders leeft dan in de ‘echte’ wereld. Bijna gingen we de mist in toen we op een avond wilden eten en het heel hard waaide en we voorzagen dat het koken nog wel eens een uitdaging zou gaan worden, en ik voorstelde om naar het dorp te gaan voor een restaurant die een P serveerde, maar ik kwam op tijd op mijn woorden terug. We aten de worstjes die de meiden hadden gekocht bij de vleeskar en grilden tosti’s in een pan, zoals het oorspronkelijke plan was. En dat was super! Daar kon geen P-restaurant tegenop.


Koken ondanks harde wind. 


Het campingleven fascineert me elke keer weer. Als je net als ik geïnteresseerd bent in hoe huishoudens werken (of hoe ze niet werken), dan is het kijken naar andere kampeerders heel leerzaam. Tenten en caravans zijn huishoudens in het klein. Ieder doet het op zijn eigen wijze. Ik heb tent-huishoudens gezien die binnen 2 uur opgebroken waren, ik heb tent-huishoudens gezien die er de hele dag voor nodig hadden, ik heb tent-huishoudens gezien waarbij de vrouw regelmatig een boekje zat te lezen, maar de voortent desondanks toch tot in de puntjes verzorgd was. Ik heb tent-huishoudens gezien met een auto kleiner dan de onze, maar waar een verrassend complete uitrusting uit tevoorschijn kwam. De vraag ‘hoe doet een ander het toch’ kwam regelmatig voorbij in mijn hoofd. En wij? De man klaagt dat wij teveel spullen meenemen op vakantie, maar neemt wel altijd de beste stoel in gebruik. Dus zo overbodig zijn die stoelen dan ook weer niet. Ik neem altijd teveel eten mee, net zoals ik altijd teveel rijst kook.



Ons meisje nam een verzwakte zeemeeuw mee. Helaas liet hij snel daarna zijn kopje zakken, maar hij stierf in ieder geval niet alleen. 



Prachtig zicht op de ondergaande zon!

Het zegt zoveel, al die verschillende huishoudens. Het zegt iets over hoe je in het leven staat. Over waar je voor staat, maar ook hoe je zaken aanpakt. Aan het huishouden herken je het type gezin. Ik zit weer middenin een minimaliseer en opruimronde en ben opnieuw verrast door de magie van het opruimen en door de kracht ervan. Weinig spullen hebben maakt je leven flexibeler. Je kunt sneller inspelen op de veranderingen die op je pad komen. Je bent weerbaarder. Je kunt je tent snel opbreken als het nodig is. Een grote mate van discipline is ook noodzakelijk. Je moet bereid zijn om klussen dagelijks te herhalen als je niet wilt dat het werk de overhand neemt. Is er één ideale methode om een opgeruimd, eenvoudiger en geolied huishouden te krijgen? Nee, dat niet. Binnen die variabelen is het zoeken naar wat bij jou als persoon en jou als gezin past. Het minimaliseren is tenslotte geen wedstrijd in wie de minste spullen heeft, het gaat er om dat de spullen die je hebt iets voor jou toevoegen, je helpen in je dagelijks werk en je niet belemmeren. Dat is – heb ik gemerkt – een oneindig boeiend en leerzaam proces.

Warme groet,
Anita



6