Ik werd vanochtend heel vroeg wakker. Te vroeg. Het was eigenlijk eerder midden in de nacht. Gisteravond waren we feestelijk uit eten geweest met familie en ik had meer gegeten dan ik normaal doe en het soort eten was ongewoon voor mij. In de nacht was mijn spijsvertering op volle toeren bezig om het weer uit mijn lijf te werken. Ik zweette als een otter. Waar ik vervolgens wakker van werd.
Ik probeerde weer in slaap te vallen en dat lukte voor een uurtje ongeveer, waarna ik weer wakker werd. Ik probeerde zo stil mogelijk te blijven liggen, om de echtgenoot niet wakker te maken. Toen kwamen de gedachten. Herinneringen aan ingrijpende gebeurtenissen van vroeger. Over wat ik destijds anders had moeten doen. Over wat ik destijds had kunnen zeggen. Ik fantaseerde een versie van mezelf die dingen durfde te zeggen, die de versie van toen niet kon. Ik fantaseerde een versie van mezelf die dingen durfde te doen, die de versie van toen niet durfde, omdat het zich geremd voelde. Op een gegeven moment werden de gedachten teveel en dreigde het gepieker te worden. Ik besloot op te staan en aan de dag te beginnen. Eerst in stilte ontbijten en dan in stilte dit stukje schrijven.
Wat in me opkwam terwijl ik in bed lag en aan al die gebeurtenissen dacht, was hoe belangrijk traumawerk voor me is geweest de afgelopen jaren. Vroeger dacht ik dat trauma’s niet op mij sloegen, ik had niet te maken gehad met jeugdzorg, of met plotselinge dood van een ouder, ook geen gescheiden ouders en ook geen misbruik. De ervaringsverhalen van anderen, die sloegen allemaal niet op mij. Dus kon ik geen trauma hebben, redeneerde ik. De dingen waar ik mee zat, dat zou wel mijn karakter zijn, te zwak, te lief, zoals ik regelmatig te horen kreeg. Vanaf het moment dat ik ging opruimen, en nog sterker, vanaf het moment dat ik de opleiding spirituele psychologie ging volgen, merkte ik dat er het misschien toch niet mijn karakter is.
Toen ik vervolgens steeds meer en steeds vaker iets las of keek van sprekers als Marc Wolyn of Gabor Mate of Diane Poole Heller, Terry Real, Thomas Hübl, zag ik steeds duidelijker dat er heel veel gradaties zijn in trauma’s. Je kunt levenslang last hebben van opgroeien in een liefdeloos pleeggezin én je kunt levenslang last hebben van een leraar die jou te nietszeggend vindt om serieus te nemen.
Dat is de essentie van trauma; de gebeurtenis is voorbij maar jij blijft denken, handelen en je gedragen alsof dat moment nog steeds bestaat. Je schiet in dezelfde patronen. Verdedigen van wat bedreigd wordt. Uit de weg gaan van wat te groot is om te omvatten.
De momenten als kind waarin je niet gezien werd. Publiekelijk terechtgewezen werd. Waar je uitgelachen werd. Waar je geen lof kreeg maar afkeuring op iets waar jij trots op was. Waar je tegengehouden werd en je niet wist hoe je moest ontsnappen. Waar je het pispaaltje was van de leraar. Waar je nog te jong was om woorden te geven aan je onmacht, angst of woede. Dat alles heeft een grote invloed om hoe je jezelf verder ontwikkelt.
Ontwikkelingstrauma
Wat je miste als kind was hoe je er mee om moest gaan. Je hebt niet geleerd hoe je je op een gezonde manier kunt kalmeren. Je hebt niet geleerd hoe je op een liefdevolle, maar stellige manier voor jezelf kunt opkomen. Je vond het niet bij je ouders en opvoeders, niet op school, niet bij je vrienden of bij collega’s. Delen van jezelf zijn niet naar volwassenheid ontwikkeld.
Vanaf het moment dat ik me realiseerde; wacht eens, trauma’s slaan ook op mij!, toen leerde ik mezelf beter kennen. Ik vond herkenning in de teksten en lezingen en ik dacht: hier kan ik mee aan het werk, hier kan ik van leren, dit kan ik gebruiken voor mijn eigen herstel en ook voor de opdrachten in de opruimtrajecten.
Ik verwerk in mijn blogposts altijd iets van de lessen over ontwikkelingstrauma, omdat ontwikkelingstrauma’s een grote invloed hebben op hoe je met de buitenwereld omgaat. Hoe je je hecht aan mensen en hoe je je hecht aan spullen. In de opruimtrajecten leer ik je ook hoe je er zelf mee aan de slag kunt.
Wanneer je je eigen ontwikkelingstrauma’s gaat onderzoeken, doe dat dan met mildheid en een zachte nieuwsgierigheid. Dat wat je gaat ontdekken is telkens een opening naar het volgende. Een mooie oefening is om de kleur zachtroze op je hartgebied te visualiseren. De rozenkwarts heeft deze roze zachtheid. Ook een hele fijne steen om bij je te dragen om die zachtheid dichtbij te voelen.
Warme groet,
Anita
Wil je de maandelijkse inspiratie mail ontvangen? Aanmelden kan hier. (gratis)