Zelf maken: Brusselse wafels

Elke vrijdag maak ik iets speciaals voor de kinderen voor als ze thuis komen uit school om half 1. Het zijn vaak die kleine tradities die de week feestelijk maken. Soms tomatensoep, blueberry pancakes of tosti's. Of Brusselse wafels.

Ik zat al heel lang te azen op een wafelijzer bij de kringloop. Een tijd terug appte een vriendin dat ze er eentje had zien staan. Dus ging ik rap heen om 'm op te halen. Helaas is vorige week het klepje afgebroken, nu kan ik het deksel niet meer dichtknijpen. Misschien kan ik 'm nog repareren.

Om het lekker verwarrend te maken bestaan er vele soorten wafels: Luikse, Brusselse, Drentse, stroopwafels. Zo heeft de man lang gedacht dat ik op zoek was naar een kniepertjes wafelijzer. Als geboren Drent was hij wel een beetje teleurgesteld dat ik eentje bedoelde voor Brusselse wafels.




Maar goed: het recept! Zoals wel vaker zijn er weer vele manieren in omloop hoe je deze wafels kunt maken. Ik nam als basis het recept uit een kookboekje dat ik ooit kreeg.

Dit heb je nodig:
4 eieren
1 tl zout
250 gr bloem
100-200 ml melk
150 gr roomboter, gesmolten
poedersuiker

Zo maak je ze:

Splits de eieren, bewaar zowel de dooiers als het eiwit. Sla de eiwitten stijf met de helft van het zout. Zorg dat je kom en gardes schoon en vetvrij zijn. Het eiwit is stijf als je je mixer omhoog doet en er toefjes ontstaan.

Klop in een andere kom de eierdooiers en bloem glad en voeg de melk toe. Dit doe je beetje bij beetje, totdat het beslag romig is. Voeg dan de gesmolten (maar al wel wat afgekoelde) boter en de rest van het zout toe. Eventueel kun je nog wat melk toevoegen als je denkt dat het beslag nog te dik is.


Het beslag is dik en romig (eiwit zit er nog niet in). 


Tot slot het eiwit toevoegen. Beetje bij beetje. Dit mix je erdoor op een lage stand en niet langer dan nodig, anders sla je het luchtige er weer uit. Het eiwit erdoor spatelen kan ook.

Je kunt wat variëren met het aantal eieren en de melk. Meer eieren (bijvoorbeeld 6), betekent een zwaarder beslag. Meer melk of water betekent een lichter beslag. Uit oogpunt van spaarzaamheid neem ik daarom minder eieren ;-).

Vet je wafelvorm in met wat arachide olie d.m.v. een bakkwast of een stukje keukenrol. Het wafelijzer mag vrij heet staan. Giet het dikke, romige beslag er in en kijk na ca. 5-7 minuten of ze lekker goudbruin zijn.




Deze wafels kun je helemaal zonder suiker maken. De kinderen proeven daar niks van, want die strooien en smeren er toch genoeg zoetigheid overheen :-).  Ik troost me met de gedachte dat ik dan in ieder geval er voor gezorgd heb dat in de wafels géén suiker zit. 



Smullen maar!






10 opmerkingen

  1. Ik houd ook erg van wafels maar niet van die dikke Brusselse. Ik maak altijd van die dunne hartjeswafels : )

    Huisvlijt

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind Brusselse wafels heel lekker. Wat een goede tip dat er geen suiker in moet! De kinderen strooien er inderdaad al genoeg suiker op.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heeeerlijk! We waren in Maastricht, paar dagen terug. Daar hadden ze ze ook!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat heerlijk voor de kinders om op vrijdag steeds naar iets lekkers uit te kunnen kijken!!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mijn man had een wafelijzer voor mijn ooit gekocht. Ik maak daar hartige wafels mee, met courgette en kaas bijvoorbeeld. Hij de zoete chocolade ��

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Fijne tradities/traktaties! Die blijven een heel leven bij ze.

    BeantwoordenVerwijderen

Wat fijn dat je meeleest. Reacties zijn welkom!